Kilometers lang rijden door adembenemed landschap zonder een tegenligger tegen te komen: IJsland is de ultieme bestemming voor een roadtrip.
Deze zomer heb in zeven dagen tijd de Ring Road in IJsland gereden. In deze post voor Reisbegeerte deel ik mijn route, ervaringen, en alle spots die ik tijdens de reis heb bezocht. Ook geef ik een aantal reistips voor jouw komende roadtrip naar IJsland.
Let’s go.
Planning
IJsland is groter dan je in eerste instantie zou denken. Hoewel het in theorie mogelijk is om de Ring Road in circa 24 uur af te leggen als je in één haal doorrijdt, wordt dit in de praktijk een bijna onmogelijke klus.
Daarom is het van essentieel belang dat je ruim van te voren je route in kaart brengt en hierbij rekening houdt met alle plekken die je wilt zien.
Daarnaast kent IJsland geen snelwegen zoals we die in Nederland gewend zijn. Op hoofdwegen is een maximale snelheid van 90 kilometer per uur toegestaan, en je zult geregeld over minder begaanbare wegen rijden en off-road gaan.
Ook is Google Maps is vaak optimistisch wanneer het aankomt op het inschatten van reistijden. Houd hier rekening mee bij het opstellen van je planning.
Voorkom dat je in tijdnood komt en locaties moet overslaan.
Vervoer
Omdat je veel tijd op de weg spendeert is goed vervoer noodzakelijk.
Wil je avontuur, dan is een SUV een must. Op veel wegen in IJsland mag alleen gereden worden met vierwielaandrijving. Bezuinig dus niet op je autokeuze.
Ook kun je bij veel verhuurders een camper of campervan huren waar je in kunt overnachten. Het voordeel hiervan is dat je kunt stoppen waar en wanneer je maar wilt, het nadeel is dat je moet inleveren op luxe.
Let er ook op dat je altijd een 4×4 campervan huurt.
Daarnaast kun je met diverse reisorganisaties op het eiland een trip maken van meerdere dagen. Met een groep verken je zo veelal de toeristische spots die IJsland te bieden heeft.
Een aantal bekende reisorganisaties in IJsland zijn:
Samen met mijn vader als enige reispartner besloten wij om IJsland op eigen initiatief te verkennen. Dit gaf ons meer vrijheid en de mogelijkheid om indien nodig ons plan on the go te wijzigen.
Ik vond de beste deal voor een SUV voor een week op GoIceland.com
Route
Wanneer je je planning maakt is de route uiteraard prioriteit nummer één.
Aangezien wij slechts één week op het eiland zouden blijven moesten we zeer selectief te werk gaan, en hebben we de volgende route opgesteld:
Dag 1: Aankomst op Keflavik Airport
Vluchten op IJsland arriveren laat of juist erg vroeg. Wij vliegen vanaf Düsseldorf en landen rond 12 uur s ’nachts op Keflavik Airport.
De meeste autoverhuurders rondom de luchthaven zijn ingespeeld op de late aankomsttijden en zijn nog open na middernacht. Nadat we onze auto hebben opgepikt rijden we naar Guesthouse Alex waar we voorzien worden van onze een eigen blokhut voor de eerste overnachting.
Guesthouse Alex ligt op nog geen twee minuten rijden van het vliegveld en wordt dan ook veel geboekt door toeristen die net geland zijn. We maken hier gelijk kennis met de late zomerse zonsondergang in IJsland.
Veel bijzonders is er verder niet te beleven, dit is echt een spot om te crashen na je vlucht.
Dag 2: Reykjavik
Route: Alex Guesthouse – Reykjavik
Afstand: 49 kilometer
Tijd: 44 minuten
Gezien Reykjavik dichtbij is besluiten we om de eerste dag te gebruiken om de hoofdstad te verkennen. Reykjavik ligt op nog geen uur rijden van Keflavik Airport en je kunt hier goed doorrijden.
Op de route bevindt zich gelijk één van de meeste bekende hotspots van het eiland, namelijk de Blue Lagoon. Gezien de enorme drukte besluiten we om door te rijden naar Reykjavik en op de terugweg langs te gaan als de tijd dit toelaat.
Eenmaal aangekomen in Reykjavik droppen we onze spullen in ons appartement (veel aanbod op AirBnB) en verkennen we te voet de stad.
Na een paar uur ronddwalen worden we voor de Hallgrímskirkja kerk aangesproken door een local die vraagt of we met de Haunted Walk mee willen lopen. We gaan akkoord en de daaropvolgende twee uur op slenteren we over begraafplaatsen en bezoeken we het parlementsgebouw van IJsland.
Aangevuld met verhalen over historische figuren uit de IJslandse geschiedenis die nu als geesten door de stad zouden wanen is deze tour zeker een aanrader als je de stad vanuit een uniek perspectief wilt zien en into droge humor bent.
Dag 3: Golden Circle
Route: Reykjavik – Thingvellir National Park – Haukadalur – Gullfoss – Sólheimasandur Plane Wreck – Skógafoss – Seljalandsfoss
Afstand: 49 kilometer
Tijd: 45 minuten
Vandaag start de roadtrip eigenlijk pas echt. We staan op om 5 uur en vertrekken direct in oostelijke richting met de Golden Circle als eerste bestemming.
Golden Circle
De Golden Circle bestaat uit drie populaire locaties van IJsland: Thingvellir National Park, de Haukadalur Geysir en de Gullfoss waterval.
Goed weer vergezelt ons en binnen twee uur komen we aan bij het Thingevellir National Park. Hier stoppen we voor onze eerste break, schieten een aantal foto’s, drinken koffie bij een lokaal tentje en rijden door.
Haukadalur
Naarmate we dieper de Golden Circle inrijden wordt het drukker op de weg en wanneer we bij Haukadalur aankomen worden we omringd door een flinke massa toeristen. Bij Haukaladur vind je de bekendste geisers van het eiland, die direct aan de weg gelegen zijn.
We volgen een groep toeristen naar de geisers, waar ongeveer één keer per tien minuten een immense straal kokend water zo’n tien meter de lucht inschiet.
Indrukwekkend om te zien, maar na het schouwspel drie keer te hebben gezien besluiten we om door te rijden naar de volgende bestemming: Gullfoss.
Gullfoss
IJsland kent talloze watervallen, waarvan één van de meest populaire de Gullfoss waterval is.
Gullfoss is een immense waterval die midden in het Thingevellir park is gelegen. Mede dankzij de gunstige locatie wordt Gullfoss daarom veel bezocht.
We parkeren onze jeep en beklimmen samen met tientallen andere toeristen de gladde stenen die langs de waterval omhoog lopen. Eenmaal boven aangekomen worden we beloond met een indrukwekkend uitzicht over de rivier.
Het begint nu later te worden, maar aangezien het in de zomer tot zo’n twee uur s ‘nachts licht blijft kunnen we veel activiteiten in één dag kwijt.
We rijden daarom direct door naar de volgende stop.
Sólheimasandur Plane Wreck
Op een zwart strand nabij het plaatsje Vík ligt het wrak van een Amerikaanse DC-3 die op 24 november 1973 crashte op het strand van Sólheimasandur. De oorzaak van deze crash is tot de dag vandaag onbekend.
De wrakstukken liggen echter nog steeds in vrij goede staat op het zwarte strand van Sólheimasandur en ook hier komen veel reizigers op af.
Wees er op voorbereid dat het wrak alleen per voet te bereiken is en dat je heen en terug zo’n uur kwijt bent aan de tocht.
Wil je een goede foto schieten dan raad ik je wel aan om vroeg of juist laat te komen, aangezien het hier ongelooflijk druk is. Het vliegtuigwrak wordt omringd door professionele fotografen, toeristen met selfiesticks, en er zijn zelfs drie gasten met een drone in de weer.
Na ongeveer een half uur rondom en in het wrak te hebben gelopen hervatten we onze reis naar de volgende bestemming die op slechts tien minuten rijden ligt.
Skógafoss
Vlak aan de zuidkust bevindt zich de imposante Skógafoss waterval. Met een hoogte van meer dan 60 meter is dit één van de meest indrukwekkende watervallen van IJsland.
Omdat het begint te regenen en het al laat is zien we hier vrijwel niemand. We lopen met z’n tweeën de waterval tegemoet en laten ons overwelmen door het natuurlijk geweld dat zich voor onze ogen afspeelt.
Het voelt als een verademing om na een hele dag omgeven te zijn door toeristen nu geheel met z’n tweeën bij de Skógafoss waterval rond te kunnen lopen.
Doorweekt rijden we naar onze laatste bestemming van de dag, de Seljalandsfoss waterval, waar ook onze enige camping van onze trip is gevestigd. Ik heb via AirBnB voor 100 euro een tent geboekt bij de Hamragardar camping.
Wanneer we aankomen zien we dat er slechts één tent in het hele veld is opgezet. Dit blijkt die van ons te zijn.
De beheerder meldt ons dat het hard gaat stormen vannacht en dat iedereen de campsite al heeft verlaten. Echter is het al één uur ‘s nachts en we hebben geen optie meer om een andere slaapplek te fixen, dus het is slapen in de jeep of in de tent.
We gokken het erop en gaan voor de tent.
S’nachts worden we bijna uit onze tent geblazen en rond 3 uur begeeft één van de tentstokken het. Desondanks al het natuurlijk geweld overleven we de nacht.
Dag 4: Zuidkust
Route: Seljalandsfoss – Jökulsárlón – Djupivogur – Egilsstaðir – Eiðar
Afstand: 596 kilometer
Tijd: 8 uur
Rond een uur of vijf gaat de storm liggen en sta ik op om de Seljalandsfoss waterval te verkennen nu het nog rustig is.
Sterker nog, er is nog niemand te bekennen.
Solo beklim ik het pad dat leidt naar de open grot achter de waterval. Zeker omdat ik geheel alleen ben is dit een bijzondere ervaring.
Na een kwartier achter de waterval beginnen er andere mensen te komen en loop ik terug naar de campsite. Het ontbijt bestaat uit Viking bier en stokbrood met Philadelphia.
We hebben een lange dag rijden voor de boeg.
Eindpunt van vandaag is het plaatsje Egilsstaðir dat geheel in het oosten van het eiland ligt.
In totaal is de route 521 kilometer, wat neerkomt op zo’n 7 uur rijden. Echter willen we onderweg ook een aantal stops maken, dus is het noodzaak om op tijd te vertrekken.
Jökulsárlón
We stappen in de auto en maken onze eerste stop bij Jökulsárlón. Dit is het grootste gletsjermeer van IJsland en pas in de jaren 30 van de vorige eeuw ontstaan. Het meer is bekend geworden doordat er een aantal internationale blockbusters zijn opgenomen, waaronder twee James Bond films.
Eigenlijk stond Jökulsárlón alleen op onze lijst omdat het meer direct aan de Ring Road ligt, maar we worden positief verrast door deze locatie.
De ijsschotsen die door het meer verspreid liggen schitteren door het zonlicht en dankzij het feit dat ze ook licht bewegen door het opkomen van eb en vloed geeft dit een bijzonder beeld.
Met name het uitzicht op de Vatnajökullgletsjer is imponerend.
Djupivogur
Na een paar uur rijden is onze volgende stop in Djupivogur. Dit is een klein vissersdorpje met slechts een paarhonderd inwoners, maar gezien de gunstige ligging stoppen hier veel roadtrippers voor een pitstop.
Djupivogur wordt gekenmerkt door roodgeverfde huizen in oud-IJslandse stijl. Om het dorp liggen veel zwarte stranden en vind je de pyramide-vormige Búlandstindur berg. Volgens een oude mythe kan deze berg tijdens de zomer zonnestilstand wensen laten uitkomen.
Nadat we langs Búlandstindur zijn gereden gaan we verder en rijden we naar onze eindbestemming van de dag, ons guesthouse in het plaatsje Eiðar.
Egilsstaðir
Na een rit van zo’n twee uur arriveren we bij de grootste stad van Oost-IJsland, namelijk Egilsstaðir. Het is duidelijk dat het leven in IJsland zich voornamelijk in het westen van het eiland afspeelt, want Egilsstaðir heeft nog geen 3000 inwoners.
Toch is Egilsstaðir het centrum van Oost-IJsland en beschikt het zelfs over een eigen vliegveld. Het is zo’n negen uur s ’avonds wanneer we door de stad rijden, maar er is vrijwel niemand te bekennen.
We overnachten echter niet in Egilsstaðir, maar in het plaatsje Eiðar dat zo’n vijf kilometer noordelijker ligt. Eiðar heeft zo’n 35 inwoners dus lang hoeven we niet te zoeken naar ons guesthouse.
We verblijven in het Eiðar Guesthouse. Het personeel is zeer gastvrij en vermaakt ons gelijk met een goed verhaal over de geschiedenis van Eiðar bij aankomst.
Zo leren we dat Eiðar vroeger slechts één boerderij was en tegenwoordig eigenlijk alleen maar wordt bezocht door toeristen die de Ring Road afleggen.
We duiken ons bed in en vallen als een blok in slaap.
Dag 5: Diamond Circle en Walvistocht
Route: Eiðar – Mývatn – Goðafoss – Akureyri – Dalvik – Akureyri
Afstand: 596 kilometer
Tijd: 8 uur
Er staat wederom een lange rit met veel hotspots in de planning. Vandaag bezoeken we twee plekken uit de zogeheten Diamond Circle, namelijk het Mývatn meer en de Goðafoss waterval.
De weg naar Mývatn vanuit Egilsstaðir is in goede staat en we kunnen hier flink doorrijden. Om ons heen zien we voornamelijk vulkanisch landschap en veel kale leegtes met weinig begroening. Ook staat er een harde wind die onze jeep geregeld de berm in wilt werken.
Mývatn
Eenmaal aangekomen bij Mývatn neemt het aantal toeristen weer toe. Niet zo gek, want het meer is één van de meest bezochte spots van het eiland.
Mývatn is een meer van 36,5 km2 oppervlakte en is ontstaan als gevolg van vele vulkaanuitbarstingen. Het gebied rondom Mývatn is nog steeds vulkanisch actief, en er zijn dan ook veel bezienswaardigheden bij het meer te vinden in de vorm van lavavelden, warmwaterbronnen, lavagrotten en kraters.
Veel toeristen kiezen ervoor om minimaal een dag bij Mývatn door te brengen en bijvoorbeeld een hike- of fietstocht te rondom het meer en één van de aangelegen natuurgebieden te maken.
Gezien onze beperkte tijd hebben wij hier geen tijd voor, en na een uur gaan we verder richting Goðafoss.
Goðafoss
Op een kleine driekwartier rijden van Mývatn bevindt zich de Goðafoss waterval, ook wel bekend als de waterval van de goden.
Goðafoss heeft deze bijnaam te danken aan het feit dat in het jaar 1000 een wetspreker genaamd Þorgeir Ljósvetningagoði zijn beelden van Noorse goden in de waterval dumpte nadat het Christendom als officieel geloof werd aangenomen.
Goðafoss is één van de grootste watervallen van IJsland en maar liefst dertig meter breed en 12 meter hoog. De waterval levert dan een enorm spektakel en wanneer je ervoor staat wordt je haast verdoofd door het geluid dat wordt geproduceerd.
Akureyri
We rijden verder naar Akureyri, een stad gelegen op het Eyjafjörður fjord, het langste fjord van heel IJsland.
Akureyri staat ook wel bekend als de hoofdstad van Noord-IJsland en is met een kleine 20.000 inwoners de enige grote stad buiten de regio Reykjavik. Hierdoor wordt Akureyri door velen als een rustiger alternatief van Reykjavik gezien.
Nadat we de afgelopen drie dagen in kleine dorpen en stadjes hebben overnacht voelt Akuyreri erg levendig aan. Ook is er zojuist een groot cruiseschip gearriveerd en komen we veel passagiers tegen in de stad. Ik lees dat er in Akuyreri dagelijks cruises aanmeren, check deze site voor meer info.
Na een late lunch vertrekken we in noordelijke richting naar Dalvik, waar we de laatste walvistocht van de dag nog net kunnen meepakken.
Walvistocht in Dalvik
Een maand voor de reis heb ik een tour geboekt bij Artic Sea Tours. Ze beloven een 99% kans op het zien van walvissen en er waren op het moment van boeken nog maar een paar tickets beschikbaar. Ik ben 167 euro kwijt voor twee personen.
We komen net op tijd aan en worden direct in een dik pak gehesen en naar de boot geleid. Een jongen uit Dalvik voorziet ons tijdens de tocht van informatie over het vissermansleven in Dalvik en legt ons uit welke soorten walvissen we kunnen verwachten te zien.
Na ongeveer een uur varen roept de kapitein dat er een walvis is gespot. Iedereen springt op en we zetten de achtervolging in. Vervolgens wordt de motor uitgezet en na enkele minuten komt er een flinke bultrug op vlak naast de boot.
Dit proces herhaalt zich nog zo’n vijf keer en na twee en half uur op het water wordt de terugvaart ingezet, maar niet voordat we zelf mogen vissen naar onze lunch.
Iedereen krijgt een hengel toegeworpen en begint enthousisats te vissen. Ik zelf heb weinig geluk maar de rest van de boot heeft keer op keer achter elkaar beet. Gelukkig zijn ze bereid om een deel van z’n vangst te delen.
Overnachting in Akuyreri
Na de walvistocht rijden we weer terug richting Akuyreri, werken een pizza naar binnen in een lokaal restaurant en rijden door naar ons hotel. We slapen in het Lamb Inn Ongulsstadir.
Het is een uur of twaalf als we aankomen en checken in. Ik zie dat er buiten een hot tub staat met uitzicht in de aangelegen vallei. Alhoewel het s’ nachts is heb ik gezien het zomer is nog veel licht en geniet ik van het uitzicht. Ik word vergezeld door een een aantal Duitste reizigers en we wisselen verhalen uit.
Dag 6: Noordkust
Route: Akureyri – Grettislaug – Hólmavik – Hotel Reykjanes
Afstand: 485 kilometer
Tijd: 6,5 uur
Alhoewel ik van ieder moment van de reis geniet moeten de twee beste dagen nog komen. Vandaag rijden we richting de West-Fjorden van IJsland, waar ik het meeste naar uit heb gekeken.
Dit is een reis van ongeveer zes uur, maar aangezien we pas om acht uur ’s avonds kunnen inchecken bij ons hotel hebben we wat extra speling in onze planning.
Bij het ontbijt bestuderen we de kaart en besluiten we om Grettislaug mee te pakken, een geothermisch zwembad gelegen ten noorden van het plaatsje Skagafjörður.
Grettislaug
De weg van Skagafjörður naar Reykir – waar Grettislaug ligt – is alleen met een 4×4 te berijden en is misschien wel één van de mooiste routes die ik tijdens de trip heb gereden.
Vandaag is het prachtig weer en met volle zon rijden we richting het einde van het fjord. Na aankomst belonen we onszelf met koud bier en nemen we een duik.
Daarna rijden we dezelfde route weer terug en hebben we een lange rit naar de Westfjorden tegemoet.
Na 5 uur komen we aan bij hotel Reykjanes. We hebben een zeer simpele slaapkamer maar hebben hier wel weer een groot zwembad tot onze beschikking. We nemen een duik in het hete water en maken ons op voor een lange dag door de fjorden.
Dag 7: Westfjorden
Route: Westfjorden – Ísafjörður – Dynjandi
Afstand: 389 kilometer
Tijd: 5,5 uur
We vertrekken rond 7 uur met de stad Ísafjörður als eerste bestemming. De route daarna toe vind ik echter vele malen interessanter.
Zoals eerder aangegeven is dit de dag waarnaar ik het meeste uitkeek. Voorafgaand aan de reis heb ik een aantal opnames gezien die veel indruk op me hebben gemaakt.
Mijn verwachtingen worden overtroffen.
We rijden door een mistig landschap waarbij de weg soms vlak langs het water loopt en je tien minuten later op grote hoogte langs een steile afgrond rijdt. Met name dit contrast maakt veel indruk op me.
Ook opvallend is dat we zelden een tegenligger tegen komen. Sommige delen van de route zien we een uur lang geen enkele auto op de weg. Ik had verwacht dat de Westfjorden wat rustiger zouden zijn dan Reykjavik en omgeving, maar niet zó rustig.
Het rijden hier voelt enigszins onwerkelijk aan, en het is absoluut mijn hoogtepunt van de IJsland roadtrip.
Na enkele uren komen we aan in Ísafjörður, de hoofdstad van de Westfjorden. Lang om hier rond te kijken hebben we niet, we slaan wat eten in bij een supermarkt en vervolgen de weg.
Onderschat niet hoe lang het duurt om de Westfjorden te doorkruisen. Door de zeer bochtige wegen maak je bijzonder veel kilometers en ben je al snel een hele dag kwijt.
Dynjandi waterval
Rond lunchtijd komen we bij de Dynjandi waterval aan, de grootse waterval van de Westfjorden. De waterval is zo’n 100 meter hoog en loopt trapsgewijs naar beneden. De waterval is 30 meter breed aan de bovenkant en 60 meter aan de onderkant. Hierdoor lijkt de Dynjandi nog imposanter dan deze als is als je ervoor staat.
Ook maakt de waterval een flink lawaai, en als we Wikipedia mogen geloven betekent Dynjandi vrij vertaald donderaar.
We spotten een picknicktafel aan de voet van de waterval en smeren met een zakmes het laatste beetje kruidenboter op het brood dat we nog over hebben van het ontbijt. Na de lunch en het maken van een aantal foto’s rijden we verder.
Wanneer de avond nadert begin ik te merken dat we al zes dagen aan het rijden zijn. Ik begin moe te worden, en zeker het laatste stuk door de fjorden voelt als een eeuwigheid. Ik ben dan ook blij wanneer we eindelijk aankomen bij ons hotel – hotel Ljósaland.
Het hotel is gunstig gelegen en bevindt zich direct aan de Ring Road. Rondom het hotel is bar weinig te beleven, maar gezien we beide moe zijn van de lange rit van vandaag vinden we dit geen probleem.
Het hotel beschikt over een goed restaurant en we eten hier Ijslandse hotdogs. Smaakt bijzonder goed! Daarna drinken we nog een aantal halve liters lokaal bier en blikken we terug op de dag.
Dag 8: Snæfellsnes, de ruige kant van IJsland
Route: Kirkjufell – Hellnar – Snæfellsjökull National Park – Snæfell – Reykjavik – Terugvlucht
Afstand: 453 kilometer
Tijd: 6,5 uur
Onze laatste dag is aangebroken. De terugvlucht naar Düsseldorf is pas om 6 uur s’ ochtends dus we hebben vandaag alle tijd om de westkust van IJsland, en met name het schiereiland Snæfellsnes, te checken.
Kirkjufell
De eerste spot van vandaag is Kirkjufell, wat in het Nederlands Kerkberg betekent.
Voor de berg bevindt zich een kleine waterval en wanneer we aankomen zien we veel auto’s geparkeerd staan in de berm. Dit is duidelijk een populaire hotspot.
We worden al snel vergezeld door een horde Chinezen met selfiesticks, het is duidelijk dat we weer terug zijn in toeristisch gebied. Ik herinner me nu ook dat ik heb gelezen dat dit de meest gefotografeerde berg van IJsland is.
En dat is niet gek, de Kirkjufell is tekenend voor het ruige landschap van West-IJsland.
Het lijkt wel alsof we in een compleet ander land zijn aangekomen na onze toch door de Westfjorden van gisteren. De westkust van IJsland is woest en het is alsof hier zojuist oorlog heeft plaatsgevonden.
Snæfellsjökull National Park
Dit gevoel wordt versterkt als we via het stadje Ólafsvik bij het Snæfellsjökull National Park aankomen. Het park ligt op het uiterste punt van de het schiereiland en is het enige park van IJsland dat aan zee grenst.
Snæfellsjökull National Park is relatief jong en opgericht om het unieke landschap en de dier- en plantsoorten die hier leven te beschermen. Het dankt zijn naam aan de Snæfellsjökull gletsjer, die rondom de 1446 meter hoge Snæfell vulkaan ligt.
Dit betekent dus dat er zich een 1446 meter hoge vulkaan op slechts enkele kilometers van de kust bevindt. Dit zorgt voor een extreem steile helling, en tot onze verbazing zien we in de verte een jeep de vulkaan oprijden. Dit willen wij uiteraard ook!
Snæfell
We zien een off-road weg en schakelen de vierwielaandrijving in. Elke meter wordt de “weg” minder begaanbaar, en onze jeep heeft het zichtbaar zwaar. Naarmate we hoger komen neemt ook de tegenwind exponentieel toe en begint de auto aan alle kanten te rammelen. We komen al snel tot het punt dat ik zelfs in z’n één nauwelijks meer omhoog kom.
Nu we door de wolken beginnen te rijden neemt ook het zicht af en na een paar minuten kunnen we nog maar zo’n twee meter vooruit zien. We vragen onszelf hardop af of we door moeten rijden, maar aangezien keren ook echt geen mogelijkheid is hebben we maar één optie: vol gas omhoog.
Na nog zo’n twinitg minuten natuurgeweld komen we weer op een iets beter begaanbare weg terecht en verbeterd ook het zicht. We parkeren de jeep op een vlakker stuk en met veel kracht kunnen we deuren tegen de wind in openkrijgen. We worden volledig weggeblazen:
Na we zijn uitgewaaid keren we en rijden we terug naar de kust.
Hellnar
Iets later arriveren we bij het kleine plaatsje Hellnar, dat ten zuiden van de Snæfell ligt. In het verleden was dit één van de grootste vissersdorpen in de regio, nu is er echt niet veel meer te beleven.
Toch is Hellnar een populaire stop voor veel bezoekers van het Snæfellsjökull National Park, gezien je hier na je trip even bij kunt komen en je hier onder meer de Badstofa grot kunt bezoeken.
Reykjavik
Het is nog een paar uur rijden naar Keflavik Airport, en aangezien we onze auto op tijd moeten inleveren rijden we in één keer door naar Reykjavik. Hier hebben we ons laatste IJslandse avondmaal bij café Haiti.
We eten vis, drinken bier en kijken terug op een unieke week in IJsland.