Geschreven door 19:18 Europa, Reisverhalen

Mijn Camino del Norte, Santiago de Compostela [Route + Tips] ???

camino Zarautz

Het is een zwoele, warme zomeravond in Amsterdam. Ik zit met mijn huisgenootje op het balkon, beiden met een goed glas rood in de hand. We praten over van alles en tegelijkertijd over niets. Ik kijk naar de sterren. “Ricky, ik moet weer weg”, zeg ik vastberaden tegen mijn huisgenoot.

Ik ben bijna 900 kilometer verder. Versleten schoenen. Versleten voeten. Weken heb ik doorgebracht in stilte en eenzaamheid. Tegelijkertijd ook vergezeld door de schoonheid en kracht van de natuur. Dagen met eindeloze kilometers, wegen waar geen einde aan leek te komen. Eenzaamheid, verdriet en tranen. Dagen met prachtige ziels-ontmoetingen. Diepe connecties, lichtheid en pure joy.

Een pelgrimstocht is een innerlijke reis. Bezinnend loop ik door de natuur, door het leven. De ene stap, na de andere. Elke stap is een les. Hoge bergen, diepe dalen. Elke metafoor laat mij een diepere waarheid zien. Het leven is yin en yang. Mensen zijn als bomen. Hoe meer men naar de hoogte en het licht wilt, hoe sterker de wortels in de diepe, donkere aarde zijn gegrond. Het licht heeft de duisternis nodig om te schijnen. 

camino

Getting the basics right

De Camino is een eeuwenoude pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Al vanaf de middeleeuwen maken pelgrims deze tocht vanuit religieuze overwegingen. Sint-Jacob, één van de twaalf apostelen van Jezus, zou begraven liggen in Santiago.

Vandaag de dag is deze route nog steeds populair, maar is het voor de meesten meer een innerlijke reis dan een religieuze reis. Het maakt niet uit wat jouw overtuiging is, op de Camino is iedereen welkom.

Er leiden talloze routes naar Santiago de Compostela. Er zijn pelgrims die lopen vanuit hun thuisland, waar dat dan ook mag zijn.

De meest populaire route is de Camino Frances, een drukbezochte route die van de Pyreneeën naar Santiago de Compostela loopt. Ik heb gekozen voor de Camino del Norte, gezien deze langs de kust gaat. Ik hou van de zee. Als ik, waar dan ook ter wereld, naar de golven kijk, word ik overspoeld door een gevoel van rust en vrede. Deze route is rustiger, maar fysiek uitdagender door de grote hoogteverschillen van het Noord-Spaanse landschap.

De route loopt door vier Spaanse provincies, het Baskenland, Cantabrië, Asturias en Galicie. 

Provincie Baskenland 

Irun ∙ San Sebastian ∙ Zarautz ∙ Ibiri ∙ Munitibar ∙ Eskerika ∙ Bilbao ∙ Portugalette (205 kilometer) 

Mijn tocht begint in Irun, een industriestad aan de Franse grens. Voordat ik transformeer naar een echte pelgrim, met ongeschoren benen en een zweetlucht, besluit ik voor de eerste nacht een hotelletje te boeken. Opeens zit ik in een sombere kamer, in een stad die ik niet ken.

Maar ik geniet nog even van een kamer voor mij alleen, zonder snurkende mensen en rijen voor de douche. Ik heb besloten deze tocht offline te gaan. Geen Whatsapp, geen Instagram, geen Facebook. Het is tijd om te ‘reconnecten’ met de natuur. Gewoon back to the basics, zonder afleiding. Snel stuur ik al mijn vrienden en familie nog een berichtje en val in een onrustige slaap.

De wekker gaat. Het is half zes. Ik voel me vreemd. Gespannen. Een halfuur later sta ik buiten met een wandelstok in mijn hand. Een liter water en een baguette in mijn backpack. Mijn Camino is van start gegaan.

camino irun
Dag 1, vertrokken vanaf Irun.

Waar ik mij op de eerste dag de meeste zorgen over maak, is de navigatie. Ik heb de navigatie skills van een stoeptegel, dus ik blijf alert. Ik houd mijn ogen wijd open, op zoek naar die ene gele pijl. De Camino is doorgaans aangegeven met gele pijlen. Geverfd op verkeersborden, op de stoep, of soms verstopt achter een grassprietje. En, natuurlijk verdwaal ik op de eerste dag.

camino santiago wegwijzer
Bewegwijzering Camino de Santiago (Baskenland)

De eerste paar dagen zijn meteen fysiek de meest uitdagende dagen van de hele Camino. Het is algemeen bekend: ‘een goede voorbereiding is het halve werk’. Hoe dan ook, ik ben ongetraind begonnen. Geen voet op het Nederlandse Pieterpad gezet. Mijn schoenen heb ik een dag voor vertrek gekocht en zijn niet ingelopen.

Ik word meteen goed op de proef gesteld door de vele hoogteverschillen. Het fysieke aspect gaat mij verrassend gemakkelijk af. Het bewijst maar weer dat het vaak de mind is die ons beperkingen oplegt. De stemmetjes in ons hoofd die we allemaal hebben. Die zeggen dat je iets niet kan. Dat het te zwaar is. Ik luister niet naar ze. Waar een wil is een weg. Wel een hele lange weg dit keer. 

De natuur is adembenemend mooi. Ik word beloond met het ene prachtige uitzicht na het andere. Maar mentaal heb ik het moeilijk de eerste paar dagen.

Ik kom weinig mensen tegen en de eenzaamheid speelt op. Waar ik eerst nog lichtvoetig loop en mompelend tegen mezelf en de bomen praat, voel ik me aan het einde van de week leeg en eenzaam.

Door de eenzaamheid liep ik meestal meer dan 35 kilometer per dag in de Spaanse zon tegen hoge bergen op. Hierdoor strand ik gelijk met mijn eerste blessure in Bilbao. Mijn voet is enorm gezwollen en geen wandelschoen die er nog om heen past. Mijn eerste Camino les is geleerd; luister naar je lichaam. Dat is tenslotte jouw enige voertuig op de Camino.

camino uitzicht

Het Baskenland zit erop. Prachtige uitzichten staan op mijn netvlies. Het was de meest gevarieerde route van de hele Camino. Met mijn blote voeten liep ik in de oceaan tijdens prachtige witte strandwandelingen. Ik heb genoten van de reuring van surfer- en vissersdorpjes zoals San Sebastian en Zarautz.

Maar ook geklommen in dichtbegroeide bossen ver van de bewoonde wereld. Om uiteindelijk terecht te komen in een hippe moderne stad als Bilbao. De eerste bijzondere ontmoetingen hebben plaatsgevonden Genoten van de Spaanse wijnen. De stilte heeft me aan het denken gezet. Mijn voet is genezen. Ik ben benieuwd wat de Camino mij verder zal brengen. Ik loop voldaan door naar de tweede provincie; Cantabrië.

camino Zarautz
Welverdiende pauze onderweg naar Zarautz

Provincie Cantabrië

Castro Urdiales – Santona – Guemes – Santa Cruz de Bezana – Santillana del Mar – San Vincente (193,8 kilometer)

Ik ben al wat meer gewend geraakt aan de Camino. Ik begin er steeds meer uit te zien als een doorgewinterde pelgrim. Mijn blonde haren zijn nog lichter door de Spaanse zon en voelen als stro. Geen tijd voor fancy shampootjes, hydraterende haar maskers en conditioners. Als je naar zweet ruikt, hoor je erbij. Make-up? Doen we niet aan. Waar ik vroeger altijd mijn gespierde kuiten verafschuwde en te mannelijk vond, ben ik er nu meer dan trots op. Ze brengen me overal, onder welke omstandigheden dan ook. Bless your bodies, boys and girls.


Naarmate de Camino vordert, heb ik mijn eigen routine een beetje gevonden. Ik stond meestal op om 05:30, zodat ik om 06:00 kon vertrekken. Ik ben normaal alles behalve een early bird, maar op de Camino is het heerlijk. De natuur tot leven zien komen. De eerste vogeltjes horen fluiten. De Spaanse zonsopgang. Het is een blessing. Beter kan je je dag niet beginnen.

Meestal liep ik zo’n 10 tot 15 kilometer voor ik eindelijk bij een klein, donker Spaans cafeetje aankwam. Hier kon ik dan eindelijk mijn langverwachte café con leche bestellen in mijn creatieve, gebrekkige Camino Spaans. Ik wist me zonder de taal te spreken wel te redden, veel woorden heeft een mens eigenlijk niet nodig.

Ik besefte dat alles op de Camino intenser is. Mijn zintuigen staan wagenwijd open. Je waardeert dingen meer. De aroma en de smaak van een dampende kop koffie is veel intenser als je er 15 kilometer voor moet lopen. Een simpel broodje kaas was een godsgeschenk als je de eerste twintig kilometer in de benen had. Muziek die ik onderweg luisterde was intenser en ontroerde me al snel. Een klein straaltje water om je schoon te spoelen, voelde aan als een complete dag in de spa met alles erop en eraan.

Onderweg ging ik als een speer. Op drukke plekken was er enige haast bij gebaat, omdat herbergen geen reserveringen aannemen. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Mede-pelgrims vroegen hoeveel ik had getraind, wat ik at, hoe het kwam dat ik zo snel was als ik ze voorbij liep. “You are the blonde Camino girl, muy rapido!”, schreeuwden ze naar me.

Schouderophalend dacht ik alleen maar, God bless die gespierde kuiten. Maar het was ook een belangrijke les voor mij. De Camino is geen wedstrijd. Of je nou 1 kilometer loopt of 40 kilometer, het belangrijkste is dat je geniet. Cliché, maar waar.

‘s Avonds was het vaak tijd voor een feestmaal met mijn mede-pelgrims. De wijn vloeide rijkelijk, borden waren goed gevuld, buikjes voldaan. We deelden ervaringen van die dag, lachten en proosten op het leven. Ik besefte dat het leven op de Camino zo simpel is. Het enige waar ik me zorgen over maakte, was of ik genoeg water bij me had. Of ik onderweg genoeg eten kon vinden. Of ik ergens kon slapen.

Dit is precies wat ik wilde ervaren. Weer back to the basics. Zonder alle poespas van de maatschappij waarin we nu leven. Mijn telefoon werd nauwelijks meer gebruikt. Mijn schermtijd was nog nooit zo laag geweest, al ben ik nooit heel erg verknocht geweest aan mijn telefoon. Ik was simpelweg aanwezig in het huidige moment. En dat brengt een groot geluk met zich mee.

Santa Cruz de Bezana
Een welverdiend pelgrimsdiner bij een donativo in Santa Cruz de Bezana Bij een donativo betaal je het bedrag aan de gastheer/gastvrouw, wat jij de overnachting en het eten waard vond.

Een welverdiend pelgrimsdiner bij een donativo in Santa Cruz de Bezana
Bij een donativo betaal je het bedrag aan de gastheer/gastvrouw, wat jij de overnachting en het eten waard vond.

Provincie Asturias 

Pendueles – Llanes – Pineres de Pria – Villaviciosa – Gijon – Muros de Nalon – Santa Marina – Caridad (244,5 kilometer)

Deze route splits bij het dorpje Casquita. Hier kan je ervoor kiezen om door te gaan op de Camino Primitivo, richting Oviedo. Ik blijf op de Camino del Norte en ben doorgelopen naar Muros de Nalon. Zo heb ik het langste de oceaan aan mijn rechterhand.

“The Camino provides, when you need it”. Dat is wat ik van te voren te horen kreeg. Niks is minder waar. Wanneer ik met tranen in mijn ogen een heuvel opliep na dagen niemand te hebben ontmoet, kwam ik op de top twee engelen van meiden tegen waarmee ik een stukje loop. Als ik verdwaald en zoekend door een stadje liep, komt er een lieve Spaanse man voorbij om mij de weg te wijzen.

Wanneer ik er geen zin meer in heb en mijn voeten pijn doen, kom ik een man tegen met de tekst op zijn shirt: “Take a break”. Of, schenkt een oud vrouwtje zonder tanden mij haar grootste en warmste glimlach, een kus op mijn hand en de woorden “Buen Camino”. Het zit hem soms in de kleine dingen.

Ik liep bijna altijd alleen. Ik hou ervan om in de rust en stilte tot bezinning te komen. Maar ook ik ben een mens en op zoek naar connectie. Gaandeweg heb ik zoveel interessante en bijzondere mensen ontmoet.

Zo ontmoette ik Heinrich, een Duitse rauwdouwer van in de zestig. Hij is al tientallen jaren onderweg en heeft geen huis meer in Duitsland, alles wat hij heeft is een backpack van 22 kilo. Zijn huisje in het klein.

Of Helmut. Het prototype pelgrim, met een heupflesje gevuld met sterke drank en gebrekkig Engels met een zwaar Duits accent. Zo sip ik stiekem om 11:00 ‘s ochtends cognac van een tot nog toe onbekende man. Naarmate ik hem vaker tegenkom, zie ik hem als de vader van de Camino. Hij is al maandenlang onderweg, begonnen in zijn thuisland Oostenrijk.

Helmut, afkomstig uit Oostenrijk, onderweg naar Santiago de Compostela

Of Jules, hij loopt zijn twaalfde Camino. Een stille jongen. Hij ziet er misschien wat vreemd en ongemakkelijk uit, maar hij schenkt me een warme glimlach en geeft me een gedroogd klavertje vier. Brengt geluk, zegt ie.

Nog een interessant personage uit mijn Camino is Norbert. Hij is afkomstig uit Brazilie. Non-stop stoned, met een jointje in zijn hand. Een uitslaper. Hij doet niet mee aan alle mensen die voor dag en dauw opstaan om op tijd in de herberg aan te komen. Zijn enige zorg is of hij genoeg wiet heeft voor onderweg. Op de meest gevaarlijke afgronden loopt hij rustig en nietsvermoedend met een jointje in zijn hand. Hij vertrekt als laatst en komt als laatst aan. Hij kijkt me altijd heel intens en diep in mijn ogen aan. Soms net iets te lang. Toch zit er ook iets afwezigs en verdrietigs in zijn blik. Alsof hij op een andere planeet is. Op een avond na ons pelgrimsdiner, probeert hij me vanuit het niets te zoenen. Ik ga er niet op in. Er valt een ongemakkelijke stilte. Wat een romantiek op de Camino.

En zo zijn er nog talloze ontmoetingen, met enorm bijzondere mensen, allemaal zo verschillend. Iedereen loopt de Camino om een andere reden, ieder heeft zijn eigen verhaal.  De een heeft een overlijden te verwerken. De ander een relatiebreuk. De ander snakt naar de natuur, naar stilte. Het maakt niet uit. Jij bent, wie jij bent.

Samen met India (UK), na een verfrissende duik in de zee

Provincie Galicië

Ribadeo – Lourenza – Abadin – Vilalba – Miraz – Sobrado de Monxes – Arzua – Arca – Santiago de Compostela (225,9 kilometer)

Ik ben in de laatste provincie. Ik neem afscheid van de oceaan, want de route loopt nu landinwaarts naar Santiago de Compostela.

Er is veel regenval en wederom kan ik niet verder lopen. Al mijn blaren zijn opengescheurd en ik kan geen schoen meer aan. Ik krijg griep en voel me zwak. Ik ben zat van de slaapzalen met zestig snurkende mensen. Ik kan geen pelgrimsmenu meer door mijn keel krijgen.

Elke kilometer wordt een opgave. Ik kan niet meer genieten van de natuur, zoals ik dat aan het begin van de Camino met volle overgave deed. Doordat ik niet verder kan lopen, voel ik mij steeds eenzamer en krijg ik heimwee. Ik mis mijn ouders, mijn vrienden heb ik wekenlang niet gesproken.

De twijfel slaat toe. Wil ik dit nog wel? De gedachte is meerdere malen door mijn mind geschoten om op te geven. Is het niet alleen mijn ego dat door wil? Is dit niet het teken van mijn lichaam dat ik moet stoppen?

Ik raap mijn moed bij elkaar en spreek mezelf toe. Hiervoor ben ik niet gekomen. Waar een wil is, is een weg. Ik besluit dat ik me over moet geven aan mijn lichaam. Het heeft rust nodig. En die neem ik. Alleen mijn voeten zijn het grootste probleem. En mochten die nou net van groot belang zijn op een tocht als deze. Geen Compeed, naald en draad of andere blarenpleisters die nog wat aan mijn kapotte voeten kunnen doen. In een stadje koop ik een paar sandalen en wandelsokken. Ik voel me een kleine rebelse fashionista op de Camino.

Na een paar dagen kan ik weer rustig lopen. Ik had de herberg al gebeld dat ik eraan kwam. Kirsten, 26 jaar, uit Nederland. Dat waren alle gegevens die ze nodig hadden. Ik loop bezweet de herberg binnen. De vrouw kijkt me in de ogen, dan naar mijn roze sandalen met blauwe sokken en roept van tien meter afstand: “Are you sure your Dutch?” Gelukkig, ik kan weer lachen. 

Santiago begint steeds dichterbij te komen. De laatste paar dagen is het steeds drukker op de Camino, gezien veel mensen alleen de laatste 100 kilometer lopen. Pelgrims moeten minstens de laatste 100 kilometer afleggen, om recht te hebben op een Compostela certificaat. Dit certificaat, geschreven in het Latijn, stelt vast dat de desbetreffende persoon uit een religieuze of spirituele motivatie naar de kathedraal is gelopen om de overblijfselen van de heilige Jacobus te eren.

Ik ben bijna zes weken verder. Ik kan niet geloven dat ik er bijna ben. Veel pelgrims vinden het jammer dat Santiago bijna bereikt is. Ik kan niet wachten tot ik het plein met de kathedraal heb bereikt. Mijn ouders zullen me ophalen. Ik heb ze gemist als een klein meisje van twaalf. Bij de gedachte aan mijn ouders wellen de tranen in mijn ogen op. De stilte, de natuur, de ontmoetingen en tegenslagen hebben me enorm veel geleerd.

Het is lastig te beschrijven op wat voor manier precies. Ik voel me een lichter mens, meer in contact met mijzelf. Ik voel me enorm dankbaar. Voor mijn gezonde en sterke lichaam. Voor mijn ouders, die me een liefdevolle jeugd hebben geschonken. Voor mijn lieve vrienden. Voor het leven wat mij geschonken is. Wat zo magisch mooi kan zijn. 

Ik ben in de stad, in Santiago de Compostela. De laatste kilometers gaan als een waas aan mij voorbij. Ik loop op de automatische piloot, totaal niet bewust van mijn omgeving. De backpack op mijn rug voel ik niet meer. Na al die weken is mijn backpack een soort van met mijn lichaam vergroeid. Een deel van mij geworden. Mijn hart klopt in mijn keel. Bedelaars bedelen om geld. Straatartiesten maken muziek, dansen, of zingen. Een doedelzakspeler speelt luid. Schelle klanken galmen onder de tunnel door. Het plein is enorm groot en ik zie alleen maar één grote mensenmassa. Ik loop gehaast onder de tunnel door. Ondanks de grote mensenmassa, zie ik ze meteen. De twee meest speciale mensen ter wereld. De wereld staat even stil. Ik ren, sluit ze in mijn armen en kan niet meer stoppen met huilen.

Een onvergetelijk moment. Een onvergetelijke Camino. Een Camino stopt niet, het gaat altijd door. Net zoals het leven. Het is een levensweg die we samen bewandelen. Allemaal zijn we op zoek naar geluk. Maar dat zit allemaal in onszelf. We hebben niks van buitenaf nodig, ook al denken we vaak dat dat zo is. Je hoeft er niks voor te kopen. Je hoeft er ook geen bergen voor te beklimmen of duizenden kilometers voor te lopen. Die bron van oneindige liefde en vrede zit in onszelf. Het is er altijd.
Het leven is hier en nu. Het leven draait om liefde. Laten we lief zijn voor elkaar en er iets magisch van maken.

camino  Santiago de Compostela
Aankomst in Santiago de Compostela

Ik wens jullie allemaal een Buen Camino voor het leven.

P.S. Feel free om in de comments vragen te stellen. Ik beantwoord ze graag voor jullie J




Close